Aan de overkant van Luxor ligt de koningsvallei, ook wel Thebe genoemd. Thebe is de hoofdstad van het oude Egypte van voor 1000 BC en is nog steeds een openlucht museum.
Een van de meest indrukwekkende bezienswaardigheden hier zijn de vallei der Koninginnen en Koningen met de tombes van de farao’s (waaronder Toetanchamon), de tempel van Hatsjepsoet en de kolossen van Memnon. Voordat we aankomen bij de Tempel van Hatsjepsoet rijden we in een touristtrap, een dorpje waar we allerlei stenen beeldjes kunnen kopen. Maar de mensen doen veel moeite en we kopen wat.
In Thebe bezoeken we eerst het Koningsdal. Dit is de dodenstad van de farao’s. Door de doden ver weg in kale rotsen te begraven hoopte men dat ze een vredige dood hadden en werd grafschennis voorkomen. Hier is ook het graf van Toetanchamon, dat pas in 1922 werd ontdekt.
Helaas zijn de graven toen ze ontdekt werden alsnog geplunderd, maar de schilderingen zijn nog erg mooi bewaard gebleven. We bezoeken drie verschillende graven, nr. 9 van Ramses de VI. Deze heeft een heel opvallend plafond, met astronomische schilderingen. De kleuren zijn nog erg mooi. Graf nr. 6 is van Ramses IX en heeft een lange gang. Deze gang is aan weerszijden beschilderd en via een soort voorkamer kom je bij het graf. Het derde graf is nr. 11 van Ramses III. Hier zijn ook een aantal zijkamers te zien.
Het is indrukwekkend om zo tussen de rotsen te lopen en de graven te bezoeken.
Even verderop liggen de ambtenarengraven. Hier werden de edelen begraven. Deze graven zijn minder imposant en kennen ook bijna geen reliefs.
We vervolgen onze tocht naar de tempel van Hatsjepsoet. Van ver zie je deze al liggen tegen een steile rotswand. De tempel is erg groot en bestaat uit drie verdiepingen, verbonden met grote trappen. Overal zijn beelden en er is ook een kapel.
Via de Memnonkolossen rijden we terug richting de Nijl. Deze kolossen zijn 18 meter hoog en werden gebouwd als een soort bewaking voor de tempel van Amenhotep.